“Voor de lezer is voldoende duidelijk dat de publicatie met name de persoonlijke visie van Brandt Corstius behelst”, concludeert deRaad voor de Journalistiek. “Verder is onvoldoende aannemelijk dat G.J. van Dam (klager) voor het grote publiek in de publicatie identificeerbaar is.”
Gijs van Dam was na verschijning van het stuk in Trouw naar de Raad voor de Journalistiek gestapt. De mediaondernemer stelde dat de open brief van Brandt Corstius, die zijn naam niet noemde in de brief, direct naar hem herleidbaar was en daarom niet gepubliceerd had mogen worden.
Overwinning
Van Dam ziet de uitspraak als een overwinning, omdat de Raad vindt dat Trouw de bewering van Brandt Corstius niet als een vaststaand feit had mogen presenteren. ,,Ik herhaal het nog maar een keer, ik ben onschuldig. En toch zijn mijn eer en goede naam voor altijd onherstelbaar beschadigd. Sowieso door Jelle Brandt Corstius”, laat hij in een reactie weten.
In een uitzending van Pauw vorig jaar deed hij zijn verhaal en zei hij “standrechtelijk geëxecuteerd” te zijn “op basis van een gelogen verhaal”. Hij gaf toe in 2002 seks te hebben gehad met Brandt Corstius. “Maar ik heb niemand gedwongen. Het was niets meer dan twee jongens in een dronken bui die seks met elkaar hebben.”
Van Dam vertelde ook aangifte te doen tegen Brandt Corstius wegens smaad en laster. De presentator deed op zijn beurt aangifte van verkrachting.
Kritiekpunt
Overigens vindt de Raad voor de Journalistiek dat Trouw “wel journalistiek onzorgvuldig heeft gehandeld door in de redactionele inleiding de beschuldigingen tot de hare te maken en deze als feit te presenteren. Vanwege de grote gevoeligheid van het onderwerp en de wetenschap dat klager de beschuldigingen ten stelligste had ontkend, had de krant in haar inleiding terughoudender behoren te zijn.”
De hoofdredactie vanTrouw snapt dat kritiekpunt. “We hebben met het plaatsen van de brief een breder element in de #metoo-discussie willen aankaarten, namelijk de juridische moeilijkheden die slachtoffers kunnen ondervinden als ze met hun verhaal naar buiten willen”, aldus hoofdredacteur Cees van der Laan.
“Het ging ons niet om dit ene geval van mogelijk misbruik zelf. Uit de reacties van lezers hebben we daarna ook gemerkt dat dit probleem bij veel vermoedelijke slachtoffers speelt.”