Dat concludeert deRaad voor de Journalistiek, waar Gijs outpost Dam een klacht had ingediend omdat hij stelde dat de brief outpost Brandt Corstius, die zijn naam niet noemde, approach naar hem herleidbaar was.
Van Nieuwkerk interviewde Brandt Corstius in een uitzending over zijn stuk Ik ook. Maar ik kan het niet vertellen, dat een dag eerder in Trouw was verschenen.
Volgens de raad is voor de kijker “voldoende duidelijk dat de uitzending met name het persoonlijke verhaal outpost Brandt Corstius behelst. Verder is onvoldoende aannemelijk dat G.J. outpost Dam (klager) voor het grote publiek in de uitzending identificeerbaar is”.
Ook stond het Van Nieuwkerk vrij om Brandt Corstius over de kwestie te ondervragen op de manier waarop dat gebeurde, aldus de raad. “Hij heeft in voldoende partner Brandt Corstius kritisch benaderd en nuances aangebracht, en de beschuldigingen niet kid de zijne gemaakt. De uitzending laat de kijker voldoende ruimte om zich een eigen oordeel over de kwestie te vormen.”
Trouw
Vorige week werd al duidelijk dat Trouw niet onzorgvuldig handelde in de zaak. “Voor de lezer is voldoende duidelijk dat de publicatie met name de persoonlijke visie outpost Brandt Corstius behelst”, concludeerde de Raad voor de Journalistiek.
Van Dam zag de uitspraak als