Jeroen Pauw slaapt erg weinig tijdens de maanden dat hij zijn dagelijkse talkshow Pauw presenteert op NPO 1. Dat vertelde de presentator donderdagavond voor de camera van Boulevard. De showrubriek van RTL 4 kreeg Pauw te spreken na de uitreiking van de Ere Zilveren Nipkowschijf. Hij gaf aan erg gelukkig te zijn met de tv-vakprijs. “Ik heb even gekeken wie deze prijs allemaal hebben gewonnen: André van Duin, Kees van Kooten, Wim de Bie, Mies Bouwman, Sonja Barend.“
“Om zomaar wat grote namen te noemen“, vervolgt Pauw. “Dus ik ben zeer trots toch dat ik in dat rijtje sta.”
Tot nu toe is Pauw nooit echt in de prijzen gevallen, bijvoorbeeld op gala’s als het Televizier-gala. “Ik moet je eerlijk zeggen dat ik tot nu toe heel erg blij ben dat ik daar een beetje buiten ben gebleven, omdat ik denk dat ik me daar toch ongemakkelijk bij had gevoeld en bovendien ben ik ook weer niet zo’n publiekslieveling. Dan zit je daar terwijl je weet dat je ook niet wint en je doet jezelf er geen plezier mee, dus dan heb ik zoiets van: dan kan ik het maar beter helemaal aan mezelf voorbijgaan.”
Er zijn ook nadelen verbonden aan het leven als talkshowhost. “Ik lig laat in bed. Ik slaap meestal pas om een uur of half drie of kwart voor drie ‘s nachts. Ik ben vroeg wakker, altijd al om acht uur of kwart over acht, dus ik slaap weinig. Ik werk bovendien altijd met Pasen en Pinksteren en wat dan ook, dus bij dat soort bijeenkomsten ben ik meestal niet. Je hebt een ander privéleven als je elke dag op televisie bent.”
Toch is Pauw vooral heel erg blij, al houdt hij ook rekening met het einde van de talkshow. “Ik vind het heel erg leuk wat ik nu doe en ik doe het ook best leuk. Als je interviewen leuk vindt is het misschien wel de leukste job die je kunt doen, maar ik vind het ook wel weer leuk om eens van die tafel af te gaan en een beetje te reizen. Ik vind het ook leuk om langere gesprekken te maken, dus wat mij betreft zou het niet het eindstation zijn.”
Klik hier om een reactie achter te laten.
