In Krabbé zoekt Gauguin bezoekt Krabbé (73) dezelfde plaatsen die de Franse schilder Paul Gauguin gedurende zijn leven in de negentiende eeuw ook heeft bezocht, waaronder Peru, Tahiti en Bretagne.
“Stapje voor stapje ontdek je hoe zijn leven in elkaar zat en hoe die man was”, zegt Krabbé in gesprek met NU.nl. “Ik heb ontzettend de pest aan hem gehad. Ik heb hem zelfs vervloekt. Maar ik heb ook van hem gehouden.”
Ter voorbereiding heeft Krabbé de schilder een jaar lang bestudeerd. “In zo’n jaar doe ik niets anders dan dat. Ik schilder niet en lees geen andere boeken.”
Dankzij die studie had Krabbé een beeld van Gauguin gevormd in zijn hoofd. “Maar tijdens de reizen merk je dan toch af en toe dat het een onaangenaam karakter is. Heel naar is-ie soms. Laf, onbeschoft en onbehoorlijk.”
Wegkwijnend kind
De presentator geeft een voorbeeld van een van de streken die Gauguin gedurende zijn leven heeft uitgehaald. “Op een gegeven moment gaat hij weg bij zijn vrouw en kinderen en neemt hij één van hen, zijn zoon Clovis, mee naar Parijs. Maar hij heeft helemaal geen geld en moet wonen op een kamertje, waar het raam ook nog kapot is.”
“Ondertussen werkt hij en kwijnt het kind weg in z’n eentje. Die wordt vervolgens naar een seminariekamp gebracht en Gauguin vertrekt naar Panama. Dan denk ik: ‘hallo, wat is dit nu weer?’ Dat kun je echt niet maken.” Maar, nuanceert de presentator: “Gauguin kon geen echt slecht mens zijn geweest, omdat hij zulke gevoelige poëtische schilderijen maakte.”
Egocentrisch
In de vorige twee series dook Krabbé in het leven van Van Gogh en Picasso. Gauguin is dan toch een net iets minder bekende naam. “Ik zocht naar een schilder met een bijzonder leven, en dan kom je al snel uit bij Gauguin. Hij heeft zo’n woest leven geleid en is op zo veel plekken op aarde geweest.”
De schilder is volgens Krabbé “bezeten van schilderkunst”. “Hij vindt dat hij een genie is, alleen niemand ziet dat. Gauguin schreef woedende brieven aan mensen die zijn schilderijen niet mooi vinden.”
Maar met dat soort talent heb je wel een bepaalde egocentriciteit nodig, vindt Krabbé. Vindt hij dat dit iets is waar elke schilder last van heeft? “Ik ben niet egocentrisch, ik ben een totaal ander iemand. Ik ben best bezeten van schilderen, maar niet op deze manier.”
De presentator noemt het “typerend voor de negentiende eeuw om je leven letterlijk aan de kunst te geven”. “Schilders van nu zijn gelijk miljonair, maar destijds konden ze er nauwelijks van eten. Gauguin heeft regelmatig op het randje van de dood gelegen, maar toch schilderde hij door, hoe ziek hij ook was. Daar heb ik enorme bewondering voor. Om te overleven, moest je echt overtuigd zijn van je eigen kunnen.”
Eigen serie
Voor het eerst sinds Krabbé de serie maakt, is hij ook geïnspireerd geraakt door de schilder die hij heeft bestudeerd voor zijn eigen werk. “Ik ben nu een hele serie aan het schilderen van de ervaringen op die fantastische locaties die ik heb bezocht. Ik heb zo veel mooie dingen gezien en ben door de kleuren van Gauguin enorm geïnspireerd. Ik ben op plekken geweest waar niemand anders komt. Geweldig, een echte ontdekkingsreis.”
Krabbé zoekt Gauguin is vanaf 1 mei te zien op NPO 2 om 20.25 uur.