“Ik zat vast in een soort systeem. Ik was in dienst en moest er in een jaar vier programma’s doorheen jassen om declarabel te blijven”, zegt de 38-jarige Wesselink in het AD. De presentator noemt zijn show De Social Club uit 2014 als voorbeeld.
“Ik ben niet het type dat dan minder inzet toont, maar het was meer: ‘laten we er maar wat van maken’. De programma’s scoorden ook niet”, aldus de presentator, die voelde dat hij uit de gratie was geraakt.
“Ze wisten niet meer wat ze met me aan moesten. Ik heb wel eens aan stoppen gedacht, ja. Want ik moest dit niet alleen blijven doen om mijn hypotheek te kunnen betalen.”
Wimbledon
Wesselink overwoog om creatief directeur te worden bij een productiebedrijf maar koos er toch voor om als freelancer verder te gaan voor BNNVARA en nog eens te kunnen scoren met een programma. “Ik wilde toch nog een keertje Wimbledon winnen, als je begrijpt wat ik bedoel”, zegt hij.
De presentator vindt het belangrijk dat zijn programma’s een maatschappelijk doel dienen, zoals in zijn nieuwe programma Filemon op de Wallen, waarin de presentator de rosse buurt in Amsterdam onderzoekt. “Voor alleen maar lol ben ik totaal niet geschikt. Ik bedoel het niet stoer, maar het is ook de reden dat ik niet meedoe aan Wie is de Mol?”